Kinderen

Plezier om te praten staat voorop

Tussen de leeftijd van 2 en 7 jaar maken sommige kinderen een periode van onvloeiendheid door. Dit heeft te maken de taalontwikkeling die op deze leeftijd grote sprongen maakt. Een groot gedeelte van de kinderen groeit hier vanzelf overheen, meestal binnen het eerste jaar na het ontstaan van het stotteren. Uit wetenschappelijk onderzoek komt naar voren dat een jaar na het ontstaan van stotteren behandelen beter is dan niets doen. Er kunnen ook redenen zijn om al eerder behandeling te starten, bijvoorbeeld als de ouders zich erge zorgen maken of als het kind geen plezier meer heeft in het praten.

Aanpak

Na de aanmelding vindt eerst het intakegesprek plaats waarbij het kind aanwezig is. De logopedist-stottertherapeut observeert spelenderwijs het spreken van uw kind. Daarna krijgt u advies of het spontaan herstel kan worden afgewacht met nader af te spreken controles of dat wekelijkse behandelingen nodig zijn.

Meestal is de tweede afspraak een oudergesprek waarbij beide ouders aanwezig zijn. In dit gesprek worden de specifieke uitlokkende factoren van uw kind besproken en is er ruimschoots gelegenheid om uw zorgen te bespreken en uw vragen te beantwoorden.

Jonge kinderen

De behandeling van jonge kinderen, tot 7 jaar, is altijd via de ouders. Dat betekent dat in ieder geval één van de ouders bij iedere behandeling aanwezig is. Wij laten u zien hoe het vloeiend spreken bij uw kind uitgelokt kan worden. U oefent dit in de behandeling zelf en u gaat vervolgens thuis iedere dag vijftien minuten met uw kind mee aan de slag. Voor de behandeling van jonge kinderen werken wij volgens twee internationaal gebruikte en wetenschappelijk bewezen methodes: het Verwachtingen en Mogelijkheden Model en het Lidcombe programma. Tijdens een oudergesprek wordt met u besproken welke behandeling aanpak het beste aansluit bij u en uw kind.

Oudere kinderen

Oudere kinderen, die al langere tijd stotteren, hebben vaak al meer reacties op het stotteren ontwikkeld. Kinderen kunnen zich bijvoorbeeld schamen voor hun stotteren en zich onzeker voelen. Bij oudere kinderen doen we onderzoek naar zowel de buitenkant van het stotteren (dat wat je kan horen en zien tijdens het spreken) als de binnenkant van het stotteren (dat wat iemand die stottert denkt en voelt). Het uitgangspunt van de therapie is dat het kind makkelijk en vrij durft te praten, met of zonder stotteren. Er worden spelletjes en oefeningen gedaan om het stotteren te leren kennen, om minder bang te worden voor het stotteren en om het spreken makkelijker te laten verlopen. Ook bij de behandeling van oudere kinderen worden er regelmatig oudergesprekken afgesproken om de ouders te betrekken bij de behandeling.

Omgeving

Bij schoolgaande kinderen zijn er vaak vragen en zorgen over het stotteren in de klas. In de therapie kan aandacht worden besteed aan bijvoorbeeld aan spreekbeurten en hardop lezen. Soms zijn er zorgen over de leestoetsen. Tijdens een gesprek met de leerkracht kan meer informatie over stotteren gegeven worden en waar nodig kunnen aanpassingen in het onderwijs worden besproken. Ook is het mogelijk om vriendjes of vriendinnetjes te betrekken bij de therapie.

Dit is een filmpje wat gebruikt zou kunnen worden tijdens de spreekbeurt over stotteren: